Uit onderzoek van Ilonka Kupecz, thans werkzaam bij Endemol, blijkt dat allochtone kinderen meer en anders televisie kijken dan autochtone kinderen. Kupecz deed het afstudeeronderzoek ter afronding van de opleiding Theater-, film- en televisiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht.
In deze studie, met als titel Smaken Verschillen, is niet alleen aandacht besteed aan de verschillen tussen allochtone en autochtone kinderen, ook het verschil tussen de programmavoorkeuren van jongens en meisjes is onderzocht. In totaal hebben 74 Marokkaanse, 63 Turkse, 62 Surinaamse en 67 Nederlandse kinderen meegedaan aan het onderzoek. Hun gegevens zijn op diverse basisscholen in de Randstad verzameld met behulp van een schriftelijke enquête.
De samenvatting van het rapport luidt:
Onderzoek heeft uitgewezen dat de televisie in het leven van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse allochtone kinderen een belangrijkere plaats inneemt dan bij autochtone Nederlandse jongeren. Allochtone kinderen blijken ook significant meer televisie te kijken dan autochtone kinderen. Toch is er nog weinig bekend over de programmavoorkeuren van allochtone kinderen die in Nederland zijn opgegroeid. Het belangrijkste doel van het huidige onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de favoriete programma-eigenschappen, televisiegenres en lievelingsprogramma‘s van allochtone en autochtone kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar.
Uit het huidige onderzoek blijkt dat er een verschil is tussen de voorkeuren voor programmagenres en de lievelingsprogramma‘s van allochtone en autochtone kinderen. Een opvallend resultaat is dat Marokkaanse kinderen liever naar nieuwsprogramma‘s kijken dan Nederlandse kinderen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de Marokkaanse gemeenschap de laatste tijd regelmatig in de nieuwsuitzendingen wordt besproken. Het is van belang dat ook andere allochtone kinderen gestimuleerd worden om op de hoogte te zijn van de actuele gebeurtenissen in binnen en buitenland. Het zou daarom zinvol zijn om in nieuwsprogramma‘s meer onderwerpen over de Turkse en Surinaamse allochtonen te verwerken. Als Turkse en Surinaamse kinderen zich meer betrokken zullen voelen bij het nieuws, zullen zij waarschijnlijk ook meer geïnteresseerd raken in maatschappelijke ontwikkelingen. De onderzoeksresultaten laten verder zien dat Turkse en Marokkaanse kinderen die thuis hun eigen buitenlandse taal spreken meer geïnteresseerd zijn in Turkse en Marokkaanse programma‘s dan de allochtone kinderen die met hun ouders Nederlands spreken. Ook al kijken Turkse en Marokkaanse kinderen over het algemeen graag naar buitenlandstalige programma‘s, toch kan worden geconcludeerd dat de Turkse, Marokkaanse en Surinaamse kinderen die in Nederland wonen hoofdzakelijk Nederlands georiënteerd zijn wat betreft hun programmavoorkeuren.
Uit de resultaten blijkt dat jongens het allerliefst naar sportprogramma‘s kijken. Dit onderzoeksresultaat is opmerkelijk aangezien er helemaal niet veel sportprogramma‘s op de Nederlandse televisie te zien zijn. Het is aan te raden om meer sportprogramma‘s voor kinderen te ontwikkelen en uit te zenden. Door naar sportprogramma‘s te kijken kunnen kinderen namelijk gestimuleerd worden om zelf meer aan sport en dus aan lichaamsbeweging te doen.
Uit het enquête-onderzoek blijkt dat meisjes de meeste waarde hechten aan soaps. Zowel op de commerciële als op de publieke zenders is dit genre ruim vertegenwoordigd. Afgelopen jaar is er zelfs een Nederlandse soap speciaal voor kinderen ontwikkeld, genaamd ZOOP. Deze soap blijkt aan de hand van het huidige onderzoek het meest favoriete televisieprogramma te zijn van meisjes in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar. Dit komt waarschijnlijk doordat de serie op het juiste niveau is qua inhoud en taalgebruik: de onderwerpen zijn niet te kinderachtig en ook niet te volwassen. Het is duidelijk dat deze formule goed aanslaat bij zowel allochtone als autochtone meisjes. Het is aan te bevelen om meer van dit soort programma‘s te maken. Soaps zouden gebruikt kunnen worden om maatschappelijke problemen aan de kaak te stellen die betrekking hebben op de multiculturele samenleving. Bovendien zouden kinderen via een dergelijk programma op een speelse wijze meer over andere culturen te weten kunnen komen. Zodoende zouden ze meer begrip en respect kunnen krijgen voor andere etnische groeperingen.
Tot slot is gebleken dat er ook een paar duidelijke overeenkomsten zijn tussen allochtone en autochtone jongens en meisjes. Tekenfilms blijken bij alle kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar enorm geliefd zijn. Dit verklaart waarom de commerciële jeugdzenders bij deze doelgroep zo populair zijn: op deze zenders worden namelijk hoofdzakelijk cartoons vertoond.
Aangezien de tekenfilms die op deze zenders worden vertoond bijna allemaal uit Amerika en Japan komen, reflecteren zij logischerwijs de Amerikaanse en de Japanse maatschappij. Het lijkt zinvol om meer Nederlandse tekenfilms te produceren, zodat de Nederlandse allochtone en autochtone kinderen meer in aanraking kunnen komen met onderwerpen die dichter bij hen staan. In plaats van alleen ‘lichte’ tekenfilms uit te zenden, zouden de zenders ook kunnen overwegen om meer gebruik te maken van andere genres. Men zou bijvoorbeeld kunnen denken aan informatieve tekenfilms. Op deze manier is het mogelijk om kinderen meer voor educatieve en serieuzere onderwerpen te enthousiasmeren.
Het hele rapport is hier te downloaden.
Het rapport is al enkele maanden oud, maar stond nog niet op deze site. Vandaar deze verlate post.
Voor een schoolonderzoek over programmakeuzes zou dit onderzoek erg handig zijn, helaas kan ik het hele verslag niet openen. Kan iemand me hierbij helpen?