Nadat Humberto voordeed hoe je achterop de motor zit bij Randy Mamola bij een snelheid van 280 km/u laat de laatste middagsessie van het MWG Congres drie producenten zien die elk op hun manier worstelen met de media. Huib de Vries van Volvo worstelt wat dat betreft nog het minst. Hij maakt op een slimme manier gebruik van allerhande channels rondom de introductie van de Volvo C30. Dit model heeft als missie om de Volvorijder jonger te maken. De klassieke Volvo-rijder is een degelijke huisman met twee kinderen en een hond. Dan rij je Volvo (klopt!). Maar dat duurt Volvo te lang. Vandaar de hippe C30 die je al kan kopen voordat je kinderen en een hond hebt. Sterker nog, moet kopen, want anders past het niet.
De introductie startte een jaar geleden op de website www.productoffreewill.nl. Deze website was het hart van de introductiecampagne. Bezoekers konden daar de auto “uitpakken”, bekijken en tevens kans maken op één jaar gratis rijden in de nieuwe C30. Hiervoor moesten de bezoekers wel een eigengemaakt magazine insturen. Dat is door 1.000 bezoekers gedaan met soms haast professionele producties. Ook was het mogelijk om foto’s te uploaden en te laten bekijken door familie en vrienden. Extra traffic op de site hierdoor.
De lancering van de site was een stuk eerder dan dat er daadwerkelijk een auto te bezichtigen was. Maar toen die er eenmaal was werd TV, outdoor en magazines ingezet met weer een continue verwijzing naar de site. Voor de lancering van het model en de mediacampagne had Volvo al 12.000 prospects te pakken. Na drie maanden was het model al nummer twee in het segment en na een jaar zijn er 3.000 C30’s verkocht. De Vries noemt dat een prestatie van formaat. Dat kunnen wij als mediamensen iets lastiger beoordelen . . .
Verschuivingen van print naar online
Na de autoproducent was het de beurt aan een contentproducent. Aanvankelijk papieren content. We hebben het over IDG, die Colin Crawford stuurde met een verhaal over het verschuiven van print naar online. Crawford noemde de verschillende kanalen ‘screens’ waarbij papier het eerste screen is, internet de tweede en mobile het derde screen. De omvang van dat laatste screen valt nog wel mee, maar de verschuiving van het eerste naar het tweede screen is enorm. Een grafiek laat zien dat het aantal advertentiepagina’s in de USA in tien jaar tijd met tweederde is gedaald in het segment waar IDG actief is (voornamelijk ICT). Tegelijkertijd groeit online met hetzelfde tempo. Crawford verwacht dat de online revenuen van IDG in 2010 groter zijn dan die van papier.
Dat dwingt tot aanpassingen van de portfolio en de wijze waarop de content aan man gebracht wordt. Crawford somt een groot aantal voorbeelden op van content- en feedintegraties, speciale ads en widgets. Hiermee geeft hij ook duidelijk aan dat het publiceren van papieren content online niet mag vervallen in louter PDF-files. Daar moet een extra bewerkingsslag overheen om het voor de gebruiker van die content aantrekkelijk en interactief te maken.
Kantoorpikken
Het laatste filmpje van Rutger wordt ingestart. Kantoorpikken. Rutger op onderzoek uit. Waar de kantoorpikken hun nieuws vandaan halen. Nu.nl voornamelijk zo lijkt. De krant is nog wel degelijk aanwezig, maar moet flink opboksen tegen internet. De betrouwbaarheid van Rutger’s onderzoeken is over het algemeen prima. Toch ’s vragen of die filmpjes nog ergens te zien zijn. Is een mooie serie geworden over 50-plussers, boodschappers, jongeren en kantoorpikken.
Tarzanvla
Tot slot de producent van musicals aan het woord. Stage. Weer een filmpje, of zeg maar film. Stevige promo met de boodschap dat musical big business is in Nederland. Moet ook wel want jaarlijks gaan 3,2 miljoen mensen naar een musical, waarvan 2,2 miljoen een kaartje bij Stage (Ticketservice) kopen. Musicals zitten in het segment van live entertainment en daar ligt de toekomst volgens inleider Erwin van Lambaart. De markt groeit enorm. Musicals, popconcerten, theater, cabaret, het kan niet op. En al die mensen gaan ook nog even wat eten, parkeren, iets drinken. Stage berekende dat elke bezoeker naast zijn kaart gemiddelde ook nog ’s € 52 uitgeeft aan allerhande aanpalende producten en diensten.
Zoals de promo al aangeeft, Stage is een strakgeleide organisatie die jaarlijks € 16 miljoen uitgeeft aan media. En daar wordt Lambaart “gek van”. Niet zozeer die € 16 miljoen, maar het medialandschap. Erg gedifferentieerd en je moet met elke exploitant afzonderlijk onderhandelen. Bundelen van media zou in zijn ogen beter zijn. Eén contract met volumekorting. Uit de zaal werd geroepen dat je daar een mediabureau voor hebt, maar dat bedoelde Lambaart niet. Want die hebben ook afzonderlijke contracten met elk van de uitgevers en exploitanten. Maar goed.
Big business dus, die musicals met als absolute topper de Tarzanvla. Een fraai pak vla waarmee maar liefst 47.000 kaartjes zijn verkocht.
Tarzanvla. Mooi woord. ’s Kijken of we dat op nummer één krijgen hier op Google . . . .
Dat gaat snel.