Vanmiddag was het dan zover: NOM presenteerde zoals eerder aangekondigd de nieuwe bereikcijfers voor printmedia. Voor maar liefst 148 tijdschrifttitels en 46 dagbladtitels is in de afgelopen twee jaar hard gewerkt om met een vooruitstrevende methode het bereik per gemiddeld nummer te kunnen bepalen. De voorzitter van technische commissie – Wim van der Noort – noemde het ‘een nieuwe waarheid’ en gaf er bij aan dat het waarschijnlijk een betere waarheid is dan de vorige waarheid. Een representatievere steekproef in combinatie met de nummerbereiksmeting moeten ervoor zorgen dat de cijfers ons een beter gevoel geven dan de vorige cijfers van twee jaar geleden. Een vergelijking met de cijfers van twee jaar geleden is volgens Van der Noort niet mogelijk, maar stiekem maakte hij toch een vergelijking. Op macroniveau, dat wel.

En wat blijkt, het verschil met de vorige methode (recency) is miniem ten opzichte van de nieuwe methode (nummerbereik). Bij de dagbladen nam het totaal bereik 3% toe en per gemiddeld nummer 2%. De tijdschriften leverden 1% totaal bereik in en stegen 7% in bereik per gemiddeld nummer. Belangrijker is het bereik per gemiddeld nummer, zeg maar de currency in printland. Die cijfers staan hieronder, gesplitst naar de diverse titelgroepen. Zie het als een soort primeur en makkelijk overzicht. Vanaf vandaag zult u overspoeld worden met persberichten en publicaties over gestegen bereik dit en toegenomen aantal lezers dat. Keer voor het overzicht hier terug.

In de onderstaande tabellen vindt u het totaal bereik (wel eens gelezen) en bereik per gemiddeld nummer, dat is opgebouwd uit het bereik per nummer. Alle cijfers zijn gebaseerd op 13+ (totaal 13.551.000 mensen).

Bron: NOM Print Monitor 2007