Onlangs publiceerde GfK de nieuwe versie van Trends in Digitale Media (TIDM). Dat is een halfjaarlijks onderzoek naar het bezit en gebruik van digitale devices, media en apps. Een van de uitkomsten volgens GfK is dat Spotify de meest gebruikte media-app is. Maar ik vraag me af of dat zo is. GfK vroeg namelijk aan de respondenten welke app zij het meest gebruikten. De grootste gevonden groep (15%) antwoordde ‘Spotify’. Maar als 15% Spotify het meest gebruikt op de smartphone, kan het best zijn dat andere apps een veel groter bereik hebben, maar door niemand als meestgebruikt worden aangemerkt. Dat blijkt ook uit de cijfers van VINEX. Youtube is daar veel groter dan Spotify. Een vergelijking.
GfK publiceerde onderstaande grafiek in het persbericht:
De titel van de grafiek had eigenlijk moeten luiden ‘Percentage respondenten dat [app] als meest gebruikt op de smartphone’. Als je van bovenstaande apps het maandbereik bij VINEX opzoekt, ontstaat er een heel ander beeld (exclusief NOS Telekst, wat waarschijnlijk NOS Teletekst moet zijn):
Maandbereik apps
Naast het gebruik vroeg GfK ook naar de apps die überhaupt geïnstalleerd zijn op de smartphone. Dat ziet er dan zo uit:
YouTube is blijkbaar geïnstalleerd op 38% van de smartphones, maar haalt volgens VINEX een maandbereik van ruim 54%. Dat zou betekenen dat een substantieel deel van het bereik buiten de app om wordt gerealiseerd. Dat zou natuurlijk kunnen, bijvoorbeeld via social media of de website van YouTube zelf, maar toch.
Lastig toch altijd die cijfers . . . .