Vorige week gaven we hier al de ontwikkeling van de dalende kijktijd van televisie. Vandaag komt de Stichting Kijkonderzoek (SKO) met een verklarend persbericht. Het weer is de grote boosdoener volgens de analyses van SKO. De kijktijd daalde de eerste vier maanden onder het niveau van de laatste 4 jaren. De oorzaak daarvan blijkt drieledig. De belangrijkste oorzaak van de relatief lage kijktijd is vooral het warme weer. Uit een analyse blijkt dat zelfs 36% van de verschillen in totale kijktijd te verklaren zijn door verschillen in temperatuur. Voor de analyse werd gebruik gemaakt van de kijktijd per dag en klimaatgegevens van het KNMI over de periode 2002-2007. De eerste vier maanden van 2007 waren uitzonderlijk zacht. In het bijzonder april is een extreem zachte maand geweest (april 2007 eindigde als veruit de zachtste april sinds het begin van de regelmatige waarnemingen van KNMI in 1706).
Bas de Vos (Directeur SKO) zegt hierover: “˜Kijken we naar de samenhang tussen de extreme temperaturen en de kijktijd, dan blijkt dat voornamelijk het warme en zonnige weer er voor zorgde dat mensen relatief minder voor de televisie zaten in de eerste vier maanden van 2007‘. Naast de temperatuur spelen nog twee zaken een rol. Ten eerste maakt SKO per 1 januari 2007 voor populatiegegevens gebruik van de Gouden Standaard van de MOA. Dit leverde wijzigingen op in de manier waarop het onderzoek wordt gewogen. Dit leidde tot een daling van de 3 tot 4% in de totale kijktijd. Daarnaast werden in februari 2006 de Olympische Winterspelen uitgezonden, wat toen voor een relatief hogere kijktijd zorgde.
Mooi om het weer de schuld te geven. Uiteindelijk resultaat is hetzelfde en daar worden de exploitanten op afgerekend. Als het de komende jaren alleen maar warmer wordt (zo is voorspeld) en de kijktijd wordt alleen maar korter, blijft dan het weer schuldig? En is het relevant? Pas als de TV-kijktijd weer stijgt als het gaat regenen en het gaat veel meer regenen, dan wordt het relevant. Tot die tijd is het voor bereik tijd om te zoeken naar andere kanalen of in ieder geval meer kanalen.
Afgezien van het feit dat ‘het weer’ wat mij betreft een minderheidsaandeel heeft in de hoeveelheid kijktijd, denk ik dat de consument wellicht nu ervaart dat een avondje zonder TV-staren ook erg prettig kan zijn. Zappen is veelal toch doelloos gedrag. Behoefte en aanbod komen bij broadcasting steeds verder uit elkaar te liggen. Ik voel een depressie aankomen, bij de traditionele zenders;-)
Sinds vorige week groeit de kijktijd weer terwijl in 2006 de dalende lijn door blijft gaan. Het weer zou van invloed kunnen zijn, maar ‘k ben het met Ronald eens dat het inderdaad een minderheidsbelang heeft. Hier de bijgewerkte grafieken, waarbij de onderste het verschil tussen 2006 en 2007 aangeeft in %.