Hoewel het internet sterk in opmars is, blijken dagbladen nog altijd een sterkere positie te hebben bij mensen die op zoek zijn naar een andere baan dan de carrièresites. Die conclusie komt uit het NOA, Nationaal Onderzoek Arbeidsmarkt, waarvan de eerste resultaten deze week werden gepresenteerd.
NOA is een grootschalig continu-onderzoek en vormt de nieuwe standaard voor onderzoek in de branche arbeidsmarktcommunicatie. Het onderzoek is verricht onder 10.000 personen tussen de 18 en 55 jaar van de werkende populatie, instromers, scholieren en studenten. Het onderzoek bevat bereikscijfers en oriëntatievragen met betrekking tot (regionale) dagbladen, studentenmedia, diverse bladen (vak en special interest), internet en beurzen.
Vacaturesites halen nog wel een hoge score als het gaat om de vraag “˜welke mediumtypen gebruikt worden bij de oriëntatie op de arbeidsmarkt‘. Maar wordt via advertenties gevraagd in welke mediumtypen men de “˜meeste kans op succes‘ heeft, dan zakt het internet snel weg. 65 procent van de ondervraagden gebruikt regionale dagbladen bij de oriëntatie en 46 procent vindt dat je via een advertentie in dit medium een goede kans op die baan maakt. Ter vergelijking: bij carrièresites is er een ruime oriëntatie (54 procent), maar men verwacht er toch niet al te veel van (22 procent kans op succes).
Naast cijfers op mediumtypeniveau brengt NOA ook bereikcijfers van individuele tijdschrift- en dagbladtitels en vacaturesites. Van dagbladen is behalve gemiddeld bereik ook het bereik van de zaterdagedities gemeten (vanwege de relevantie voor werkzoekenden).