Zojuist kwamen de wekelijkse online kijkcijfers weer binnen van SKO. Dat zijn de kijkcijfer van TV-programma’s die gemeten worden in het prijswinnende onderzoek van SKO en Kantar Media. De programma’s worden bekeken en gemeten op desktop/laptop, tablet en/of smartphone. Sinds januari van dit jaar verspreidt SKO de cijfers op weekbasis en ik heb voor een eerste gevoel over de ontwikkeling de cijfers eens op een rijtje gezet. Hiervoor heb ik van de eerste 5 maanden van dit jaar alle eerste volle weken genomen. Dat zijn week 1, 5, 10, 14 en 18. Mijn conclusie is dat er maar weinig groei en/of beweging zit in die cijfers. Er is zelfsĀ sprake van een daling, zowel op zenderniveau als op deviceniveau. De cijfers:
Allereerst de cijfers per zender, of eigenlijk zendergroep. SKO rapporteertĀ (vooralsnog) alleen de programma’s van NPO, RTL en SBS. Het betreft het totaal aantal kijkers zoals die bereikt zijn door elk van de drie zendergroepen.

NPO heeft in elk van de gemeten weken de hoogste cijfers, maar zakt van 1,4 miljoen in ‘januari’ naar 1,1 miljoen in ‘mei’. Bij RTL is alleen een scherpe daling te zien in week 18 en hetzelfde geldt feitelijk voor SBS. Deze laatste is de kleinste van de drie als gekeken wordt naar het online kijkvolume.
Zoals gezegd wordt ook per device gemeten wat het totale bereik is van de drie zendergroepen. De desktop/laptop is hierbij het grootst. De smartphone letter en figuurlijk het kleinst.

De desktop/laptop laat een dalende trend zien, met 1,4 miljoen kijkers in week 1 en 1,1 miljoen kijkers in week 18. Het lijkt qua beeld op de ontwikkeling van NPO. De tablet groeit aanvankelijk naar bijna 800.000 in week 10, maar valt dan weer terug naar het niveau week 1 in week 18. De smartphone heeft geen duidelijk verloop. Het hobbelt op en neer tussen grofweg 400- tot 500.000.
Tot slot een tabel met daarin de gegevens van het grootste programma per gemeten week. In week 1 en 5 was dat Wie is de Mol. In de andere weken was dat GTST.

Op programmaniveau is het wat lastiger om te spreken over een trend. Het is uiteraard afhankelijk van het aanbod en de inhoud van de programma’s. Duidelijk is wel dat het bereik van het grootste programma flink is gedaald als je week 1 met week 18 vergelijkt.
Misschien is de periode te kort om al te kunnen spreken over een trend, maar je zou toch minimaal een stijgende lijn verwachten in een tijd waarin steeds anytime anywhere televisie wordt gekeken.
We houden de cijfers in de gaten!