Deze ochtend publiceerde het IAB in een persbericht dat 25% van de tijd die aan media wordt besteed online mediatijd is. Dit moet 20% zijn, aangezien die 25% alleen de online populatie betreft. Voor heel 15+ geldt het aandeel van 20%.
In hetzelfde bericht geeft Igor Beuker van IAB Nederland aan dat adverteerders hun budgetten moeten aanpassen, gezien de veranderende samenstelling van de mediaconsumptietijd. Dat hebben we hier alvast gedaan.
Als we de prognoses aannemen die Nielsen Media Research in het halfjaarrapport heeft gedaan voor de netto mediabestedingen voor dagbladen, tijdschriften, televisie, radio en internet, dan zijn deze vijf mediumtypen in 2005 goed voor zo’n € 2,3 miljard. De onderlinge aandelen staan in de volgende tabel, met daarbij ook de gevonden tijdsbesteding uit het IAB-onderzoek.
In de kolom ‘Eigenlijk’ staan de bedragen die op basis van de tijdsbesteding verdeeld moeten worden over de vijf mediumtypen. In de laatste kolom de over- en onderschatting per mediumtype. Alleen televisie krijgt waar het recht op heeft, print ontvangt veel te veel en radio en internet veel te weinig.
Het is natuurlijk een zeer ruwe vergelijking die van geen kanten klopt, maar wel aardig om eens te maken. Doe er mee wat u wilt . . .