Kijk, hier zat ik als voetbalvader al een tijdje op te wachten, de evaluatie van de SIRE-campagne “˜Geef kinderen hun spel terug‘. De campagne heeft zoals nu blijkt daadwerkelijk gezorgd voor een verschuiving in het denken en doen van ouders langs de sportvelden. Zij coachen hun kinderen minder vaak en jutten hen minder op, bemoeien zich minder met de teamleiding en uiten minder kritiek op scheidsrechters. Ook zijn zij zich meer bewust geworden van gedrag van zichzelf (32%), maar vooral van negatief gedrag van andere ouders langs de zijlijn (62%). Dat alles blijkt uit een nieuw onderzoek van SIRE, uitgevoerd door TNS NIPO onder ruim 800 ouders met één of meer kinderen in de leeftijdscategorie van 6 tot en met 18 jaar.
Ouders merken dat er veranderingen plaatsvinden rondom de sportvelden. Bijna een derde van de ouders (29%) zegt zich door de campagne zelfs positiever op te stellen langs de sportvelden. Eén op de drie ouders die iets vernomen hebben van de campagne (32%) merkt dat er rondom de sportvelden over de campagne gesproken wordt. Daarnaast zegt één op de zes ouders (16%) dat zij merken dat ouders elkaar meer aanspreken op hun gedrag langs de sportvelden dan voor de campagne.
Ouders spiegel voorgehouden
Het doel van de campagne is om ouders ““ en in tweede instantie begeleiders en coaches, bewust te maken van hun gedrag en ze te laten zien welke impact het heeft op de kinderen. Ook beoogde de campagne het overdreven fanatisme bespreekbaar te maken tussen ouders en coaches onderling. “Hierin lijken we geslaagd. De cijfers tonen aan dat we ouders duidelijk een spiegel voorgehouden hebben en bij een bepaalde groep is zelfs al sprake van gedragsverandering,” zegt Jan Müller, één van de projectleiders van SIRE. “Gelukkig komen ouders nog steeds vaak kijken bij hun sportende kind en is het juichen en aanmoedigen onveranderd gebleven.”
Vrijwel alle ouders (96%) vinden het goed dat het onderwerp uit de campagne aangesneden is. De campagne wordt dan ook met een gemiddeld rapportcijfer van een 8,4 beoordeeld.
Vooral anderen misdragen zich
Dat ouders kwalijk gedrag vooral bij anderen zien, bleek al uit het onderzoek dat TNS NIPO voorafgaand aan de campagne uitvoerde: negen op de tien ouders (91%) ergerden zich toen aan het gedrag van anderen langs de lijn. Dit percentage is vijf maanden later vrijwel onveranderd gebleven: 93%. Nog steeds denken vier op de tien ouders (42%) dat andere ouders zich nooit aan hen ergeren.
Müller: “Ondanks de duidelijke effecten van de campagne, is er helaas nog steeds een hoop ergernis over hoe sommige mensen zich rondom de sportvelden gedragen. We zijn daarom blij dat diverse lokale sportclubs en andere instanties initiatieven zijn gestart om het respect op en rondom het sportveld te vergroten. Een voorbeeld hiervan is het NOC*NSF met de campagne om scheidsrechters het respect te geven die ze verdienen. We hopen dat deze initiatieven navolging krijgen van andere partijen, zodat sport weer een spel wordt waar iedereen van kan genieten.”
Grote zichtbaarheid van de campagne
82% van de ondervraagde ouders heeft sinds de start iets vernomen van de campagne. In totaal is de spot ruim 1200 keer op TV vertoond. Daarnaast zijn er vele spotjes op de radio en advertenties in tijdschriften en dagbladen verschenen. Ook online is de campagne met ruim 30 miljoen impressies zeer zichtbaar geweest. Alle uitingen zijn kosteloos door de media geplaatst.
De campagne “˜Geef kinderen hun spel terug‘ is gestart op 8 november 2007 en loopt tot en met maart 2008.
De grote kracht van de campagne zit ‘m wat mij betreft in het feit dat ouders elkaar langs de lijn of op de tribune aanspreken naar aanleiding van de campagne. Op die manier maak je elkaar heel snel bewust. Als voetbalvader weet ik dat . . .
Peter,
Mooie resultaten voor een immer goed doel. Als vervent filerijder mis ik even de hoorbaarheidscijfers van de campagne. Radio heeft een hoge contactfrequentie en ik heb deze commercial buitengewoon vaak langs horen komen. Zo vaak zelfs dat ik me afvraag of de kracht hier niet voornamelijk heef gezeten in de grote herhaling en het drammerige “…maar ze vergeten dat ik pas tien ben …”