Gistermiddag organiseerde SWOCC een bijeenkomst waarin een nieuwe editie van het Mediabelevingsonderzoek werd gepresenteerd. Dit keer geen herhaling van een eerdere versie, maar een geheel nieuwe opzet waarin de sociale media zijn onderzocht op beleving. Hierin zijn voor een groot deel dezelfde dimensies gebruikt als in het bestaande onderzoek, maar dan tegen de achtergrond van de sociale mediakanalen. De onderzochte kanalen zijn: Facebook, Twitter, YouTube, LinkedIn, Google+, Snapchat, Instagram en Pinterest. De volgende dimensies zijn gebruikt om de kanalen te toetsen: informatie, transformatie, geraaktheid, tijdverdrijf, stimulans, identificatie, sociale factor, praktische bruikbaarheid, sociale interactie, innovatie, actualiteit en empowerment. Facebook en Snapchat scoren vooral op sociale interactie en tijdverdrijf, Twitter moet het hebben van informatie en actualiteit.
Het SWOCC socialmediabelevingsonderzoek is uitgevoerd door Hilde Voorveld. Hilde is als universitair hoofddocent persuasieve communicatie werkzaam bij de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR), Universiteit van Amsterdam (UvA). In totaal hebben 1.346 consumenten meegedaan aan het onderzoek, waarvoor TNS NIPO de data verzamelde.
Een aantal interessante uitkomsten uit het rapport zijn volgens SWOCC:
- Elk socialmediaplatform wordt op unieke wijze beleefd. Er is niet één winnaar: Ieder platform overtreft andere platformen op minstens één belevingsdimensie.
- Niet alle social media worden even social beleefd. Vooral Facebook, Instagram en Snapchat worden gebruikt voor sociale interactie, maar YouTube en Pinterest bijvoorbeeld helemaal niet en Twitter ook nauwelijks.
- Tussen social media zijn er duidelijke verschillen in de hoeveelheid merkcommunicatie die door consumenten wordt opgemerkt: Facebook en Twitter scoren relatief hoog, Snapchat en Pinterest relatief laag.
- Consumenten accepteren merkcommunicatie op social media. Ze vinden merkcommunicatie over het algemeen best relevant en leuk. Het minst positief zijn ze over merkcommunicatie op YouTube en Facebook, het meest positief over merkcommunicatie op Google+.
Het rapport is onderdeel van de 71e SWOCC-publicatie ‘Mediaorkestratie’, die in mei 2016 verschijnt.