De Stichting Internetreclame (STIR) en het Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM) hebben vorige week voor de tweede keer een gefuseerd databestand opgeleverd. Met dat bestand is het mogelijk om het gecombineerde bereik van printtitels en websites te berekenen. Daarmee kan de eventuele overlap in het bereik tussen een papieren titel en website inzichtelijk gemaakt worden. Voor het gekoppelde bestand is de laatste NOM Doelgroep Monitor als basis gebruikt (januari t/m december 2008). Daaraan zijn de gegevens van 4 maanden STIR toegevoegd (september t/m december 2008).
De onderzoekers van NOM en STIR hebben samen met Pointlogic, het bureau dat de fusie uitvoert, de koppeling tussen de twee bestanden nog verder geoptimaliseerd. Daarbij is het principe van de koppeling is niet veranderd. Aan een basisbestand, in dit geval de NOM Doelgroep Monitor, met daarin de leeskansen van dagbladen en tijdschriften, worden kansen voor het bezoek aan websites toegevoegd. Die zijn afkomstig van STIR, waarbinnen dagbereik als eenheid is genomen. Met behulp van zogeheten koppelvariabelen wordt gekeken of een respondent uit het ene onderzoek een ‘broertje of zusje’ heeft in het andere onderzoek. Als dat het geval is worden leeskenmerken van de NOM-respondent gekoppeld aan de surfkenmerken van de STIR-respondent.
Het nieuwe aan het tweede NOM / STIR gekoppelde bestand is dat er naast de gegevens van dagbereik van internet sites nu ook de gegevens van maandbereik zijn opgenomen. Daarmee wordt het analyseren van de gegevens voor gebruikers aanzienlijk makkelijker gemaakt. Met het gekoppelde NOM/STIR-databestand kan berekend worden wat bruto en netto bereik is van een combinatie van printtitels en websites. Dat betekent dat zowel het exclusief bereik van beide media als het overlap geanalyseerd kan worden. Dit is vooral interessant voor de uitgevers van zowel printtitels als online producten, maar ook voor adverteerders en bureaus die meer informatie op strategisch niveau krijgen over de verhoudingen tussen print- en internetbereik.