Vandaag zijn de resultaten van het Mediabelevingsonderzoek gepresenteerd door Magazines.nl, PMA, Cebuco, PostNL en LMP. Het onderzoek is uitgevoerd door TNS-NIPO en kent inmiddels vier edities. De onderzoekers stellen dat er de afgelopen vier jaar – sinds de laatste publicatie – maar bar weinig veranderd is in de manier waarop wij media beleven. Het gaat dan om tijdschriften, internet, dagbladen, televisie, radio, huis-aan-huisbladen, bioscoop en post. Ja, ook die laatste valt onder ‘media’. Het onderzoek (13+, n = 1703) brengt aan de hand van elf dimensies de emotionele en gevoelsmatige ervaring in kaart die mensen ondergaan tijdens het consumeren van media en reclame. Het vormt volgens TNS-NIPO een waardevolle onderbouwing van het buikgevoel over de kwalitatieve prestaties van de diverse media in Nederland.
Na de edities in 1997/1998, 2003/2004 en 2007 is het onderzoek in 2011/2012 uitgebreid met het meten van de beleving via devices (zoals smartphone en tablet) en zijn drie nieuwe belevingsdimensies aan het onderzoek toegevoegd. Het betreffen de actualiteitfactor, de innovatiefactor en sociale interactiefactor.
Het persbericht van TNS NIPO zet de sterke punten per mediumtype op een rijtje:
Dagbladen: informatie en actualiteiten
Dagbladen behouden hun toppositie als het gaat om het bieden van nuttige en geloofwaardige informatie (informatiefactor) en het raken van lezers door zowel de positieve als negatieve berichtgeving (geraaktheidfactor). Ook op de nieuwe actualiteitdimensie (snel op de hoogte/up-to-date blijven), scoren dagbladen het hoogst van alle mediumtypen.
Tijdschriften: bron voor praktische tips en laatste trends
Tijdschriften scoren ook op drie belevingsdimensies een nummer één positie. In tijdschriften herkent men zich het meeste (identificatiefactor), terwijl tijdschriften eveneens het beste in staat zijn om lezers te voorzien van handige tips (praktische bruikbaarheid) en op de hoogte te houden van nieuwe trends en ontwikkelingen (innovatiefactor).
Huis-aan-huisbladen: tips en ideeën
Huis-aan-huisbladen zijn het medium dat het meeste vanuit tijdverdrijf wordt geconsumeerd. Toch halen lezers veel handige tips en ideeën uit huis-aan-huisbladen (tweede plaats op praktische bruikbaarheid na tijdschriften).
Post: weet ontvangers te raken
Post scoort van alle belevingsdimensies het hoogst op de geraaktheidfactor (gedeelde 2e/3e positie samen met televisie na dagbladen). Post, waarbinnen het aandeel zakelijke post de afgelopen jaren is toegenomen, weet de ontvangers echt te raken.
Internet: sociale interactie en actualiteiten
Het onderzoek bevestigt het buikgevoel ten aanzien van internet; internet is een medium dat gebruikt wordt voor actualiteiten (tweede plaats op de actualiteitfactor na dagbladen) en om samen met anderen iets te doen/te delen en in contact te blijven (tweede plaats op sociale interactie na bioscoop???).
Bioscoop: vermakelijk en sociaal
Bioscoop behaalt, net als in de voorgaande edities, de meeste topposities op de belevingsdimensies. Een bioscoopbezoek leidt tot het meeste vermaak (transformatiefactor), het meeste enthousiasme (stimulansfactor), en de meeste gespreksstof (sociale factor). Tevens wordt het bezoeken van een bioscoop het meest ervaren als een mogelijkheid om samen met anderen iets te doen of te delen (sociale interactiefactor).
Radio: vermaak
Radio heeft één duidelijke specifieke functie; het is echt een transformatiemedium (tweede plaats op de transformatiefactor na bioscoop). Op de andere dimensies behaalt radio een middenmoot of achterhoedepositie.
Televisie: herkenning
Televisie behaalt, na tijdschriften, de hoogste relatieve positie op de identificatiefactor; kijkers herkennen zich in én identificeren zich met de programma’s die zij kijken. Ook weet televisie kijkers te raken getuige de gedeelde 2e/3e positie samen met post op de geraaktheiddimensie (dagbladen zijn de onbetwiste nummer één op deze dimensie).
Nieuw in het onderzoek is het meten van de mediabeleving via mobiele apparaten. Bij elk mediumtype doen zich nuanceverschillen voor in termen van beleving. De grootste verschillen zijn zichtbaar bij internet. Bij gebruik van een tablet haalt men meer informatie en actualiteiten van het internet, terwijl de smartphone meer vanuit tijdverdrijf wordt gebruikt en het gebruik ervan tot meer gespreksstof en sociale interactie leidt. Ik weet niet of deze effecten zijn opgenomen in de standaarduitkomsten van internet of dat ze er nog bij geteld moeten worden. Het rapport ken ik nog niet, dus wellicht dat iemand hier iets over kan zeggen . . .
Mmmmm, is outdoor geen mediumtype meer?
Goed punt Siebe-Geert! Ofschoon de beleving van een abri mij niet echt tot de verbeelding spreekt . . .
Tja …
Actualiteit (nieuw) = zorgde ervoor dat ik snel op de hoogte was, zorgde ervoor dat ik up-to-date was
Hier scoort dagbladen 1e en internet 2e plaats.
Worden dagbladen die op internet gelezen worden bij dagbladen geteld? Dan kan ik het héél misschien nog geloven. Twijfels vanwege het woord ‘snel’.
Bij innovatie zet ik écht een paar vraagtekens.
3 om precies te zijn.
Innovatie (nieuw) = Gaf me de mogelijkheid om in aanraking te komen met nieuwe dingen, verrast te worden, zorgde ervoor dat ik voorop loop, hield me op de hoogte van nieuwe trends
Dus Tijdschriften, Dagbladen én H-a-H bladen komen op innovatief vlak nog voor Internet ???
Het kan natuurlijk. Het zal ook wel. Maar ik vind het moeilijk om zomaar aan te nemen.
Als ik de resultaten zo lees ben ik altijd benieuwd naar vraagstelling én naar samenstelling van n én naar interpretatie van het onderzoek. Ik kan me gewoonweg niet voorstellen dat er de afgelopen 4 jaar weinig veranderd is. Twitter, Facebook . . . Er is een complete revolutie geweest in het tot ons nemen van nieuws en reclame en al helemaal in de manier waarop we dat met elkaar delen. Internet en Social Media bestonden 4 jaar geleden natuurlijk ook al, maar zeker ’t laatste werd niet gebruikt in de mate waarin dat nu het geval is.
Bovendien zegt 1e, 2e of 3e me ook niet zoveel. Heb liever percentages. Vergelijkt makkelijker met vorige edities en maakt verschillen duidelijker. Welke lijn zit er in dit onderzoek?
Ik ben van huis uit geen onderzoeker. Heb er wel bovenmatig veel belangstelling voor. Onderzoeken is een vak apart. Conclusies trekken uit de betreffende onderzoeken al helemaal! M.i. wordt dit onderzoek
niet echt helder uitgelegd op de tns-nipo site. Heb meer vraagtekens dan antwoorden gekregen. Mijn ‘buikgevoel’ werd er in ieder geval niet mee onderbouwd.
Wel bedankt voor dit item op Mediaonderzoek!
Dank Ingeborg voor je uitgebreide reactie. Snap wat je zegt. Zodra ik het rapport heb zal ik erin duiken!
@Siebe-Geert:in het Mediabelevingsonderzoek meet zowel de mediabeleving als reclamebeleving van mediumtypen. Buitenreclame is opgenomen onder reclamebeleving.
Nancy D
@Ingeborg je bent niet de enige 😉 http://www.emerce.nl/nieuws/mediabeleving-echt-veranderd
@Siebe-Geert Zie laatste tabel op deze pagina:
http://www.magazines.nl/nl/onderzoek/tijdschriften-behouden-sterke-positie-in-veranderend-medialandschap
Opvallend is dat de twijfels en vragen rond Mediabeleving 2011/2012 zich concentreren rond de drie nieuwe belevingsdimensies; de innovatie- en actualiteitsfactor en de sociale interactiefactor.
Het lijkt me zinvol als wij TNS Nipo de tijd/kans geven om de nieuwe dimensies (en hun nut) toe te lichten. Het heeft mij ook drie Mediabeleving-publicaties gekost om de bestaande acht dimensies te doorgronden 😉
Het goed bestuderen van de inhoud van de vierde publicatie vind ik een goede suggestie van Peter. Ik zal kijken of wij bij Cebuco ook kunnen faciliteren in een lezing over de opzet en de bevindingen van Mediabeleving 2011/2012.
Dank je Erik! Ik zie uit naar de lezing en een ‘leesexemplaar’ van het onderzoek.
nog even de nazorg.
Naast de korte berichten in de vakpers is er nu op de Cebuco-site ook een uitgebreide presentatie beschikbaar. Vanuit het brede medialandschap wordt ingezoomd op dagbladen, internet en nieuwsmedia in het bijzonder. zie http://www.cebuco.nl/uploads/artikeldownloads/Mediabeleving_2011-12.pdf
Dank je Erik voor deze nazorg. We gaan er mee aan de slag…