Dat we andere schermen gebruiken voor het consumeren van AV-content wisten we al, maar de mate waarin is altijd een lastige. Hiervoor is het onderzoek ‘Moving Pictures’ van SKO, dat jaarlijks meet wie welke content via welk device bekijkt. SKO verdeelt in dit onderzoek de AV-content in drie plukken: TV-content (lineair en non-lineair), andere professionele content (bijv. DVD, Netflix of een gehuurde film) en user generated content. Het TV-scherm heeft nog altijd het grootste aandeel (77%) van het totaal aantal geconsumeerde AV-minuten en daarbinnen blijft lineaire televisie de hoofdmoot. Maar er wordt wel geknaagd aan dat aandeel. Vooral naar leeftijd zijn er grote verschillen te zien. Bij de jongeren (13-19) bijvoorbeeld is TV-content nog maar goed voor 46% van de AV-minuten. In de groep 20-34 jarigen daalde het TV-aandeel in een jaar tijd van 67% naar 54%. Daartegenover staat een flinke groei voor andere professionele content. Dat aandeel ging in deze doelgroep van 22% naar 34%. Zie grafiek.
Verdeling kijkminuten naar soort AV-content en leeftijd, 2012-2013
Bron: SKO Moving Pictures, 2012/2013
De veldwerkperiode van het onderzoek was in september van dit jaar. Om precies te zijn, één week na de introductie van Netflix. Waarschijnlijk is dat iets te vroeg om te verschuivng van TV-content naar andere professionele content helemaal te verklaren, maar het is zeker iets om in de gaten te houden.
Op de mobiele devices, maar ook op de desktop en laptop wordt in 2013 minder televisiecontent gekeken dan in 2012. Het aandeel van andere professionele AV-content die via mobiele devices wordt gekeken, stijgt in 2013. Vooral de stijging van het kijken naar andere professionele content op de tablet is aanzienlijk.
Voor het bekijken van live televisie, films, documentaires, series en gemiste programma’s heeft het televisiescherm de eerste voorkeur. De smartphone is het minst populair voor het bekijken van televisiecontent. Voor het bekijken van fragmenten van televisieprogramma’s zijn laptops en tablets bijna net zo populair als televisietoestellen.
Het onderzoek is uitgevoerd onder Nederlanders van 13 jaar en ouder, met een verdeling in leeftijd, geslacht, opleiding, internetgedrag en internetaansluiting thuis die representatief is voor de Nederlandse bevolking. In totaal namen n=1.336 respondenten deel aan het onderzoek. Het veldwerk is in de periode van 16 t/m 22 september 2013 uitgevoerd.